Het monitoren van een Heemvegetatie blijft altijd een spannend onderdeel.
We hebben er alles aan gedaan: zo is er een gedegen bodemonderzoek uitgevoerd door Job Claushuis van De Schoonste Lusthof, is er gekeken naar de flora in de omgeving, maar ook – historisch gezien – naar welke soorten er in het verleden voorkwamen. Deze informatie bepaalt of en welke soorten eventueel worden ingezaaid.
Bij de Turfweide in Veenendaal is, naast zaden van algemeen voorkomende soorten uit de omgeving, ook donormateriaal gebruikt uit natuurgebied Het Meeuwenkampje. Een klein botanisch waardevol blauwgrasland, gelegen in de Grebbelinie tussen Veenendaal en Ede, hemelsbreed slechts twee kilometer verderop.
Hiermee hoopten en verwachten we de zeldzamere blauwgraslandsoorten te introduceren. Mocht dit slagen, dan is dat niet alleen botanisch goed nieuws voor de Turfweide, maar ook voor deze steeds zeldzamere blauwgraslandsoorten in het algemeen. Er komt immers een extra groeiplaats bij, wat de risico’s spreidt.
En dat dit nodig is, blijkt wel uit de cijfers: aan het begin van de twintigste eeuw kwam dit type vegetatie in Nederland naar schatting voor op circa 30.000 hectare. Helaas is daar nu nog maar zo’n 30 hectare van over, welke ook nog eens onder zware druk staan door verlaging van de grondwaterstand, stikstofdepositie en fragmentatie.
Het was dan ook een botanisch feestje toen afgelopen week bij de monitoring ronde mijn oud docent vegetatiekunde Erich Grote de eerste exemplaren van het klokjesgentiaan ontdekte.
Naast blauwe knoop, stijve ogentroost, kleverige ogentroost, gevlekte orchis, tormentil en kale jonker een nieuwe topper voor de Turfweide.
Bekijk de projectpagina van De Turfweide.
Delen: